Tag archieven: wetenschap

Veteraan Kevin Anderson bevestigt wetenschappelijke (zelf)censuur

Kevin Anderson (wikipedia) is een gerespecteerde veteraan-klimaatwetenschapper. In een interview geeft hij de wetenschappelijke censuur toe. Het komt er eigenlijk op neer dat klimaatwetenschappers de politici naar de mond praten, terwijl ze “off the record” veel kritischer zijn. Jongere, meer uitgesproken academici, worden de mond gesnoerd. Het was bekend, maar het doet goed als een veteraan het bevestigt; Anderson zegt onder meer:

“Ik ben me pas echt bewust geworden van de misleidende en gevaarlijke invloed van sommige senior-academici op hun jongere collega’s in de afgelopen twee jaar. Het werd onder mijn aandacht gebracht bij een van de grote klimaatconferenties  (COPs) waar ik bij was. Kletsend met mensen zonder grijs haar werd het steeds duidelijker dat veel van hen door hun collega’s en supervisors werden gewaarschuwd omdat ze moeilijke vragen hadden gesteld. Ik vond dit echt moeilijk te geloven. Maar hoe meer ik hierover vroeg, hoe meer ik me realiseerde dat ik in een naïeve bubbel leefde, en me er niet van bewust was hoe een levendig academisch debat onder jongere academische collega’s bewust wordt verstikt. En dit is niet iets wat alleen anderen elders doen. Ik hoor nu dat collega’s met wie ik al jaren heb samengewerkt en die ik goed ken – vaak over de koffie of een biertje – ook actief de bijdragen van ‘hun’ jongere collega’s hebben afgezwakt en ingeperkt.”

Lees het hele interview bij resilience.org 18/6/2020

Waarom klimaatwetenschappers ons in de steek lieten

Over- en onderschatting

Het Britse Met Office, (meteorologisch instituut) kondigde onlangs een herziening naar boven aan van hun historische temperatuurdata. Door onnauwkeurige metingen waren die systematisch iets te laag ingeschat. en dat is helaas een trend in vele klimaatstatistieken: keer op keer blijken de waarnemingen de prognoses en modellen ingehaald te hebben, soms een beetje, soms een beetje veel. En dat is zo voor metingen van het zeeijs, oceaantemperatuur, zeespiegelstijging, enzovoort.

Consistente onderschatting is een vorm van vooringenomenheid, van partijdigheid. En dan rijst natuurlijk de vraag: vanwaar die eenzijdige onderschatting van klimaatgegevens?

Waarom is die onderschatting belangrijk?

Om twee redenen:

  1. klimaatsceptici verwijten de wetenschappers vaak dat ze het dreigende klimaatprobleem overdrijven. Uit onderzoek blijkt echter niet alleen dat ze niet overdreven, ze hebben de zaken zelfs onderschat. Dat is belangrijk voor een juiste interpretatie van de data, voor de integriteit van de wetenschap, en voor een correcte communicatie naar het publiek.
  2. objectiviteit is sowieso een essentieel onderdeel van wetenschappelijk werk, dus wanneer we vrij systematische afwijkingen vinden in één richting (naar boven of naar beneden) dan moeten we als wetenschappers de oorzaken opzoeken en correcties aanbrengen.

Discerning Experts (boek)

In het boek Discerning Experts (maart 2019) focust Milena Wazeck en haar team op de interne dynamiek van wetenschappelijke beleidsadviezen, dat zijn de “samenvattingen voor het beleid” die (klimaat)wetenschappers meegeven met hun onderzoek. Meer bepaald ging het erom hoe wetenschappers omgaan met de druk – soms subtiel, soms openlijk – die ontstaat wanneer ze weten dat hun conclusies op ruime schaal gepubliceerd worden (“de wereld kijkt toe”). Als we willen dat het beleid steunt op degelijke wetenschap, dan moeten die wetenschappelijke interpretaties zo correct mogelijk zijn.En precies dat is tot nu toe weinig onderzocht.

Waarom onderschatten klimaatwetenschappers de crisis?

Om met de algemene conclusie te beginnen: nergens vinden we sporen van fraude of nonchalance. De data zijn solide, de collega’s akkoord met de rapporten. Maar we vinden wel vrij algemeen een onderschatting van de ernst van de klimaatdreiging, en van de snelheid waarmee de processen verlopen. Hoe komt dat?

  1. de consensusdwang: wetenschappers willen met één stem spreken, uit angst dat beleidsmensen eventuele meningsverschillen gaan uitbuiten. Voorbeeld: stel dat de meeste experts het risico A inschatten met 1-10% waarschijnlijkheid, maar een minderheid acht het risico 80%. In de conclusies zal dan alleen “1-10%” overblijven.
  2. de obsessie met “onbetwiste feiten”: “feiten” zijn dan cijfers of data waarover iedereen het eens is; een minderheidsstandpunt wordt dan soms beschouwd als een “opinie”.
  3. de obsessie met “bewijsvoering”: bij de opmaak van een recent IPCC-rapport (AR4) was de consensus over West-Antarctica dat een snelle instorting (en smelting) van de ijskap een reëel risico was, maar door het ontbreken van sluitende waarnemingen werd de conclusie afgeleid naar “een risico op langere termijn” (want dat kon wel bewezen worden).

Deze “consensusdwang” (of drang) staat haaks op de intern-academische gebruiken, waar tijdsdruk veel minder speelt (tenzij binnen de eigen onderzoeksgroep), en waar kritische en afwijkende besluiten eerder aangemoedigd worden, en soms zelfs de carrière vooruithelpen. In onderzoek is kritiek en twijfel een pluspunt, bij beleidsadviezen een minpunt.Maar er speelt nog een factor mee:

  1. foutmarges hebben “asymmetrisch” effect op de reputatie: wordt een dreiging overschat, dan schaadt dat de reputatie, maar een onderschatting kan geen kwaad (dat is tenminste de gangbare opinie). Dus zeker wanneer het rapport bij klimaatsceptici terechtkomt, wil men zeker spelen en dus liever onderschatten. Ook hier weer een markant verschil met bijvoorbeeld stormwaarschuwingen, waar men liever wat zal overdrijven.

Het resultaat? Conclusies als kleinste gemene deler van een reeks uiteenlopende inschattingen en data. En wanneer consensus een vereiste wordt (zoals in het VN-klimaatpanel IPCC), dan gaat het zelfs zover dat men:

  • stekelige discussies vermijdt
  • stekelige collega’s niet inviteert.

Waar hebben we dat nog gezien?

Veralgemenen is altijd wat riskant, maar het team vond een gelijkaardige trend-tot-onderschatten in de debatten rond zure regen, en het gat in de ozonlaag. Het zijn de institutionele aspecten van wetenschappelijke adviezen, zoals wie de auteurs zijn en hoe ze worden geselecteerd, hoe het domein is onderverdeeld in hoofdstukken, en instructies naar consensus toe, die wetenschappelijk conservatisme vergemakkelijken. In zoverre wij konden onderzoeken, lijkt het erop dat wetenschappers die aan beleidsadviezen werken, eerder de neiging hebben tot onderschatten dan tot overschatten van dreigingen.

Concrete adviezen van het team

  • consensus mag geen doel op zich worden, en zeker niet afgedwongen worden
  • maak ruimte voor alternatieve of afwijkende modellen
  • onderzoek hoe politici omgaan met wetenschappelijke adviezen.


Discerning Experts

Discerning Experts. The Practices of Scientific Assessment for Environmental Policy. Michael Oppenheimer, Naomi Oreskes, Dale Jamieson, Keynyn Brysse, Jessica O’Reilly, Matthew Shindell, Milena Wazeck.
304 pages, maart 2019, ISBN 9780226602011.
Deze blogpost is een samenvatting van het artikel/bespreking in Scientific American 19/8/2019.

Annex: Climate science profession has let down humanity

In een interview met Jem Bendell geeft klimaatwetenschapper Wolfgang Knorr toe: In that sense, the whole climate science profession has let down humanity. I am still working out what that means from now on. Lees het interview bij Jem Bendell, juli 2019.

Australisch rapport: tegen 2050 afgelopen: hype?

Het Vrijheidsbeeld onder water tot aan de schouders: onjuist, zeggen de wetenschappers. Zelfs als al het ijs smelt, zal het “maar” tot aan de heupen onderlopen. Is dat een geruststelling, zeg 😉

Voor Vox(1) begon het allemaal met het doemrapport Existential climate-related security risk van de Australische denktank Breakthrough,, dat viraal ging na citeren op 3 juni in Vice. Het rapport schetst een somber scenario voor de mensheid: over en out tegen 2050. Niet onvermijdelijk, en alleen in het worst case scenario, maar toch niet onwaarschijnlijk tenzij…

In een notendop zeggen de auteurs

  • wil je klimaatgebonden (inter)nationale veiligheidsrisico’s inschatten, dan stap je beter af van de beperkingen van klimaatprognoses: de meeste klimaatrapporten zijn hopeloos conservatief en nodeloos voorzichtig
  • klimaatverandering is (op korte tot middellange termijn) een existentiële bedreiging voor de menselijke beschaving: we moeten meer gaan focussen op extreme risico’s i.p.v. enkel de probabiliteit  
  • scenario-analyse is daartoe wellicht de meest geschikte methode: een hoogrisicoscenario voor 2050 wijst dan op een fatale negatieve impact op de mensheid, die mogelijk eeuwenlang aanhoudt
  • om dat risico te vermijden of te verminderen, moeten we zeer snel overstappen op een emissievrij industrieel systeem, met een wereldwijde mobilisatie van mensen en middelen, als in een oorlogssituatie. 

Klimaatwetenschappers: help, dit is niet “volgens ons boekje”

Meerdere klimaatwetenschappers schoten in een kramp bij dit rapport. Er werden punten van detailkritiek gespuid, maar in hoofdzaak kwam de “wetenschappelijke” kritiek erop neer dat de conclusies van het rapport wetenschappelijk ongefundeerd waren, “want niet peer reviewed”. Maar daar ligt een eerste probleem:

  • peer review leidt tot  jarenlange vertragingen (van concept tot peer review tot publicatie)
  • peer review is de hoeksteen van “wetenschappelijke consensus”, een procedure die ons -met het IPCC – enkele decennia vertraging in het klimaatbeleid heeft gekost (daarover is nu in klimaatkringen vrijwel consensus)

Een tweede overweging is dat een verstoring van maatschappij en/of beschaving geen klimaatwetenschappelijk, maar een socio-politiek thema is. En met alle respect, klimaatwetenschappers zijn op dat vlak amateurs. Net als de oorlog te belangrijk was om aan generaals over te laten, helpt het om de gevolgen van klimaatverstoring vanuit andere invalshoeken te bekijken. Het Australisch rapport is er één van: het vertrekt uitdrukkelijk van een “national security” perspectief, niet van een “probabiliteit”. Een ander – intussen schoolvoorbeeld – is Syrië: met een klimaatfactor (droogte) als aanzet, uitgegroeid tot een geopolitieke kwestie van eerste orde. Over de potentieel destructieve kracht van massamigratie bijvoorbeeld is nog niet zoveel bekend.

Vox versus Vice

De felle reactie van de klimatologen en hun grondige afkeer van alles wat naar “alarm” ruikt, vond gretig gehoor: Vice kreeg massaal reacties van wanhopige en gedeprimeerde lezers (5/6/2019). Zozeer dat zelfs Vice ging inbinden (11/6), en zich bijna verontschuldigde voor de ophef. Het helpt als je je dan wat vrolijk kan maken over gekke einde-der-tijden-goeroes, en een paleontoloog van de kast haalt die uitlegt hoe de mensheid zich herstelde na eerdere crises. Inderdaad een hele troost, stel je voor: na 2050 overleeft, ergens in het laatste woud van Brazilië, een groepje mensen, en over 100.000 jaar lopen opnieuw een miljoen mensen op de planeet. Hoera, alles is relatief!
Een ander punt van voortdurende spraakverwarring, gretig opgerakeld door wetenschappers, is het onderscheid (“distinguo“) tussen “verdwijnt de mensheid?” of “sterft het gros van de mensheid?”: echt heel belangrijk 😉 voor de 6,99 miljard gedoemden! Zulke wetenschappers leven in een theoretische bubbel, en hebben geen besef van de gewelddadige terreur die een desintegrerende samenleving opvreet. En die desintegratie kan al gebeuren bij 100 miljoen, of zelfs 10 miljoen klimaatvluchtelingen.

Schellnhuber: it’s the non-linearity, stupid!

Als je dan toch optimistisch maar tegelijk risicobewust wil zijn, is de benadering van Schellnhuber verfrissend. Hij wijst primair op het niet-lineaire karakter van de klimaatontwikkelingen: we weten gewoon niet hoe en in welke mate die vele feedback loops ons de das kunnen omdoen. Het fatale risico weglachen of wegredeneren is dom. Maar (optimist) Schellnhuber voegt er olijk aan toe dat ook de maatschappelijke ontwikkelingen (en dus de tussenkomst van de mens) best niet-lineair kunnen verlopen. Anders gezegd: zodra het klimaatbesef is doorgedrongen, kan er echt wel snel een doortastend klimaatbeleid gevoerd worden. En dat blijft voor hem reden tot optimisme.  Tegelijk pleit hij voor het loslaten van de efficiëntietoets in klimaatinvesteringen: durf te investeren in allerlei experimenten, ook al weet je dat de helft of meer mislukt. Doe alsof het leven van je kind ervan afhangt. Met “voorzichtige efficiëntie” komen we er niet, dat bevestigt alleen de status quo.

Bronnen


Deze post is gebaseerd op het artikel in Vox, maar wel een beetje zwart-wit getekend, als een cartoon. Vox reageert hier vooral op Vice, en probeert wellicht Vice weg te zetten als “sensatiebelust”, terwijl zij (Vox) de stem van de voorzichtige redelijkheid vertolken. Vandaar dat de kritiek van klimaatwetenschappers zo prominent in beeld komt bij Vox. Zie ook wikipedia over het “brave” Vox en “provocerende” Vice

Permacultuur: post-apocalyptisch project van Pablo Servigne

Voor een keer geen Amerikaan, maar een Belgisch-Franse agronoom, met een vurig pleidooi voor permacultuur, een landbouw zonder olie of machines. Na een tour d’horizon van de komende instorting geeft hij praktijkvoorbeelden van duurzame overleving: permacultuur in Cuba na de Amerikaanse blokkade, maar eerder ook de “Victory Gardens” in de VS, de overlevingslandbouw in de buitenwijken van Londen en Parijs, en een aantal kleinschaliger experimenten…

Geen illusies of fantasieën

  • voor permacultuur is ontzettend veel hoofdwerk (studie van complexe biosystemen) en handenarbeid (weinig of geen machines) nodig
  • er is in bijna al die praktijkgevallen eerst honger geleden (of geteerd op noodvoorraden), maar door op een sociale manier mee te werken met de natuur, is men eruit geklauterd. Een moeilijk, maar hoopgevend, post-apocalyptisch project.  Helaas is de flexibiliteit in Europa bedroevend klein, vanwege onze padafhankelijkheid.

Bronnen

Leuke serie om in de sfeer te komen, deze BBC Wartime Farm uit 2012 (8×60 minuten):

Elfendertigste rapport: we halen het niet

WRIOm heikele discussies over “gaan we nu vooruit met het klimaatbeleid, en in hoeverre?” ietwat evidence based te onderbouwen, gaan we te rade bij “Mission 2020”, een wereldwijde coalitie van verschillende klimaatanalisten, onder leiding van Christiana Figueres (VN, Parijs). Die berekende 27 mijlpalen die in 2020 (over 10 maanden dus) moeten gehaald worden, willen we “Parijs” überhaupt mogelijk maken. Het eindrapport is van het World Resources Institute. Hun conclusies staan hieronder (link naar rapporten onderaan), met kleurtjes: veel groene vakjes (op koers, of vooruitgang) zitten er niet bij, de conclusie spreekt voor zichzelf…

op koers
goede vooruitgang
onvoldoende gegevens
onvoldoende vooruitgang
totaal onvoldoende
energie Hernieuwbare energie=
minstens 30% elektriciteitsproductie:
energie Geen nieuwe steenkoolcentrales
energie Bestaande steenkoolcentrales
worden gesloten
transport Elektrische voertuigen=
15-20% van verkoop nieuwe voertuigen
transport Zwaar verkeer 20% efficiënter
+ stadsverkeer naar zero-emissies
transport Openbaar vervoer verdubbelt marktaandeel
transport Luchtvaartsector vermindert emissies per km met 20% (niveau 2013)
transport De scheepvaartsector kondigt maatregelen aan om emissies in de
sector uit te faseren
landbouw Netto-ontbossing stoppen tegen 2020
landbouw Bruto verlies van bossen stoppen
landbouw Minstens 150 miljoen hectare land herstellen (ecodiversiteit)
landbouw Koolstofarme landbouwmethodes
landbouw Inspanningen voor CO2-opslag
industrie Zware industrie heeft roadmaps voor koolstofarme productie tegen
2050
industrie Zware industrie maakt begin van uitvoering roadmaps
industrie Zware industrie werkt aan emissie- en materiaalreductie op basis
van wetenschappelijke data
infrastructuur Minstens 300 miljard $ investeringen in koolstofarme
infrastructuur
infrastructuur Nieuwe gebouwen volgens (nagenoeg) passieve energienormen
infrastructuur Jaarlijks 3% gebouwen naar passieve energienormen
financieel Minimale klimaatinvesteringen: 200 miljard $ (publieke sector)
financieel Minimale klimaatinvesteringen: 800 miljard (privé)
financieel Steun voor klimaatbeweging x10 t.o.v. 2016
financieel Jaarlijkse uitgifte van groene obligaties x10 t.o.v. 2016
financieel Ondernemingen publiceren financiële klimaatrisico’s en
kredietbureaus houden er rekening mee
financieel Subsidies voor fossiele energie afschaffen
financieel Investeringen voor kolen-, olie- en gasproductie annuleren
financieel CO2-prijsmechanisme inbouwen in alle economische sectoren

Bronnen:

 

VS: Californië vs. Washington

Californië vs. Washington, Jerry Brown vs. Donald Trump: er wordt een politiek gevecht geleverd, met miljoenen tonnen broeikasmateriaal als inzet. Politico 11/9/2018 haalt enkele voorbeelden aan:

  • energiebedrijven moeten checken voor methaanverliezen bij de exploitatie. Dat kost geld, en dus wil Trump van die regel af. “Onverantwoord, grenst aan criminaliteit”, zegt Brown
  • Trump wil offshore oliewinning opnieuw toestaan. Brown ligt dwars, en verbiedt pijpleidingen naar de kust
  • Trump wil steenkool en fracking vrije baan geven, Brown tekent een Californische wet waarbij alle laagspanningselektriciteit tegen 2045 hernieuwbaar moet zijn

Kunnen deelstaten, steden en bedrijven het tij keren?

Vele bedrijven, staten en steden in de VS zijn  niet gediend met de milieuafbraak onder Trump, en voeren zelf een klimaatbeleid. Uit onderzoek blijkt helaas dat het klimaatbeleid van steden, staten, regio’s en bedrijven heelwat kan bijdragen, maar niet voldoende om de wereldwijde temperatuurstijging tot ruim onder de 2 ° C te houden, laat staan te beperken tot 1,5 ° C. Dat zijn de conclusies van een uitgebreid vergelijkend onderzoek, uitgevoerd aan de Yale universiteit:

Politieke septembermaand in de VS:


Klimaattop,  korte intro

Forbes/NASA: permafrost-meren spuwen methaan


Lieflijk tjangelmuziekje bij onheilspellende beelden (youtube 17/8/2018)

Business-magazine Forbes komt aanzetten met NASA-onderzoek naar methaan spuwende meren in de permafrost aan de Noordpool. Ze lijken op gigantische kommen spuitwater, maar het gas is methaan, een 25x sterker broeikasgas dan CO2 (en daarvan hadden we eigenlijk al teveel, niet?).
Nieuw is niet dat smeltende permafrost methaan genereert, dat weten alle klimaatwetenschappers al een tijdje, wel de snelheid van het proces.

Deze plotselinge uitstoot van broeikasgassen veroorzaakt een positieve feedback, die de algehele opwarming nog versterkt. Wat de door NASA gefinancierde onderzoekers aantonen, is dat dit proces vrij abrupt kan zijn, met een dus grotere en snellere impact op het broeikaseffect. Massale uitstoot van koolstof is niet voor binnen tientallen jaren of eeuwen, het vindt NU plaats en daarmee verandert het landschap van de Noordpool.

Is dit nu slecht nieuws, of rampzalig nieuws? Alles hangt af van de snelheid en hoeveelheid van de methaan-oprispingen. Verontrustend is wel de positieve feedback, met andere woorden het is een zichzelf versterkend fenomeen.

 

Mainstream politiek blog: klimaatverandering 2018 evident

Je verwacht het niet van een invloedrijk politiek blog zoals Politico: meestal gaat dat over blunders van EU-commissarissen, of wie de volgende voorzitter van een EU-instelling wordt. Nu ruimt Politico plaats in voor Stefan Rahmstorf, een gerenommeerde Berlijnse prof fysica.


Rahmstorf zet de extreme zomer 2018 in Europa (en elders) in het bredere kader, met links naar wetenschappelijke rapporten:

  1. de straalstroom vertraagt en verzwakt, en blijft zo veel langer (praktisch) onbeweeglijk: lig je dan in een “warme buik” (hete lucht vanuit Afrika) dan krijg je een hete droogte, niet van enkele dagen maar van weken
  2. de golfstroom vertraagt: paradoxaal genoeg gaat het opwarmen van de Noordpool gepaard met het afkoelen van de Noord-Atlantische Oceaan, hetgeen opnieuw de straalstroom beïnvloedt


Wat is er met de straalstroom gebeurd? (4 min.)

Krantenkop in 1912: steenkool warmt klimaat op


Een Nieuw-Zeelandse krant kopte in augustus 1912 over een wetenschappelijk artikel in Popular Mechanics (maart 1912).
“De ovens van de wereld verbranden nu ongeveer 2.000.000.000 ton steenkool per jaar. Wanneer dit wordt verbrand met zuurstof, voegt het jaarlijks ongeveer 7.000.000.000 ton koolstofdioxide aan de atmosfeer toe. Daarmee verandert de atmosfeer in een effectief deken voor de aarde, waardoor de temperatuur zal oplopen. Dit kan binnen enkele eeuwen een aanzienlijk effect hebben.”

Wetenschappers zoals de Amerikaanse Eunice Foot wisten dat al langer (1856) – maar toch opmerkelijk dat dit al in 1912 de krantenkoppen haalde!
Lees het hele verhaal bij thinkprogress.org (15/8/2018)

Losing Earth: hoe we de planeet zijn kwijtgespeeld (1979-89)

Een spannend historisch essay van auteur Nataniel Rich: Losing Earth, The Decade We Almost Stopped Climate Change. Een relaas van het bewogen decennium 1979-1989 waarin we het klimaat bijna, bijna onder controle hadden. Het is hun (en ons!) toen helaas tussen de vingers geglipt.

Hieronder een samenvatting van de 31.245 woorden tellende geschiedenis van klimaatafspraken en beleid in de VS. En waarom enkel de VS? Klimaatafspraken zijn weliswaar een wereldzaak, maar in die periode (en eigenlijk nog altijd) speelden de VS een sleutelrol (positief en negatief).

Proloog: het is nu al 1°C warmer dan bij het begin van de industrialisatie. De kans dat we het – tandenloze – Akkoord van Parijs 2015 (2°C) halen, is 1 op 20:

  • lukt de 2°C, dan is dat een ramp-op-termijn (koraalriffen weg, 5m zeespiegelstijging, Perzische Golf weg)
  • wordt het 3°C (nu gezien als “realistisch minimum”), dan is dat een ramp-op-korte-termijn: bossen tot aan de Noordpool, en de meeste kuststeden lopen onder water
  • 4°C: permanente droogte in Europa, woestijn in grote delen van China, India en Bangladesh; Polynesië onder water; Colorado River een beekje; het zuidwesten van de VS onbewoonbaar
  • 5°C: het einde van de beschaving.

We hadden het kunnen vermijden. Al in 1979 wisten we zo goed als alles wat we moesten weten, en in de jaren ’80 stonden we heel dicht bij een wereldwijd akkoord. En de formidabele tegenkrachten (olie- en steenkoolbedrijven, Republikeinen) die we nu zien, waren het klimaat toen (nog) niet zo ongunstig gezind. Toch liep het fout.

  • 1979: vroege wetenschappelijke rapporten over klimaatverandering bestonden al langer, zelfs binnen overheidsinstellingen. Maar uiteindelijk vinden geofysicus Gordon McDonald en activist Rafe Pomerance met enkele papers (1) hun weg naar het hoogste politieke niveau in de VS: ze briefen Frank Press, Jimmy Carters wetenschappelijk hoofdadviseur
  • 1979: Frank Press geeft na de briefing van McDonald en Pomerance opdracht aan voorzitter Jule Charney van de National Academy of Sciences om de hele zaak te onderzoeken. Hun eerste rapport Carbon Dioxide and Climate: A Scientific Assessment bevestigt de eerdere alarmerende vooruitzichten. Helaas wordt Carter in 1981 opgevolgd door de klimaatsceptische president Reagan
  • 1983: het eindrapport-Charney Changing Climate: Report of the Carbon Dioxide Assessment Committee (1983) komt terecht in een politiek moeras. In de persbriefing worden de conclusies van het rapport sterk afgezwakt.
  • 1983: dat was meteen het signaal voor Exxon en andere om klimaatonderzoek af te bouwen, en “de kar te keren”: vergeet opwarming, het is een probleem voor later
  • 1985: dan komt de ozonkwestie ( CFK’s ) op de proppen. De verdragen (Wenen 1985 , en vooral het Montrealprotocol 1987 ) worden terecht gezien als een succesverhaal, en het model voor een klimaatverdrag. Hoewel men toen al beter moest weten ( “After DuPont, by far the world’s single largest manufacturer of CFCs, realized that it stood to profit from the transition to replacement chemicals, the alliance abruptly reversed its position, demanding that the United States sign a treaty as soon as possible.” , schrijft N. Rich (2)
  • 1986-88: de hearings in de Senaat, met Jim Hansen zijn mijlpalen voor het klimaat
    • 10-11/6/1986 1 hearing Jim Hansen ( ref ) (Senate subcommittee on environmental pollution)
    • 9/11/1987 2e hearing Jim Hansen (Committee on Energy and Natural Resources, voorzitter Bennett Johnston, D-Louisiana)
    • 23/6/1988 3e hearing Jim Hansen (United States Senate Committee on Energy and Natural Resources)
  • 1988: hoogtepunt, hoop op een wereldwijd klimaatbeleid. Conferentie van Toronto ( World Conference on the Changing Atmosphere : Implications for Global Security, Toronto 27/6/1988). Klimaatwetenschappers (zoals J Hansen) en milieubewuste politici (zoals Al Gore) hadden de politieke overheid bijna weten te overtuigen van de noodzaak van een doortastend klimaatbeleid. Auteur Nataniel Rich noemt Toronto symbolisch “het Woodstock van de klimaatverandering”: de slotverklaring, ondertekend door alle 400 wetenschappers en politici (dus ook die van de VS), herhaalde de oproep tot een 20 percent reductie (zonder “maar-en”) van CO2-emissies tegen 2005
  • 1988-89: en dan liep het mis. Toen het voorgesteld klimaatbeleid (20%, zonder maar-en) doordrong tot de politieke top ( president H W Bush ) werden de wolven opnieuw gewekt (ze hadden al onder Reagan stokken in de wielen gestoken). Ideologische tegenstanders vreesden immers dat klimaatbeleid zou neerkomen op veel meer overheidsbemoeienis. De wolven riepen nu de hulp in van big business, en vanaf dan was het om zeep.
  • 1989: op de ministerconferentie van Noordwijk (6/11/1989 Noordwijk Ministerial Declaration on climate change; ref. UNFCCC ) komt de VS roet in het eten gooien. Ze gebruikten de bekende politieke tactiek van “doe alsof je meedoet, maar saboteer de boel achter de schermen”, en dat lukt. Sedertdien steunden de VS hoe langer hoe minder elk internationaal streven, met als trieste apotheose het uitdoven van alle internationale illusies onder Trump, die het Akkoord van Parijs 2015 ( COP21 ) opblies.

Lees het artikel in New York Times Magazine 1/8/2018: Losing Earth: The Decade We Almost Stopped Climate Change (by Nathaniel Rich, Photographs and Videos by George Steinmetz – AUG. 1, 2018)

Toch vlammende kritiek van Naomi Klein :
“N. Rich schreef een indrukwekkend historisch essay, maar zijn centrale stelling deugt niet. Het waren niet “de” mensen, maar de neoliberale moloch die het klimaatbeleid heeft genekt.” ( Naomi Klein in The Intercept 3/8/2018)


Voetnoten
(1) Long term impact of atmospheric carbon dioxide on climate van de studiegroep JASON , How to wreck the environment van Gordon McDonald, en een nota van oudgediende Roger Revelle.
(2) N. Rich, Losing Earth… “4. ‘Atmospheric Scientist, New York, N.Y.’ Fall 1987-Spring 1988”