Alice Loyd schreef op 2 augustus 2021 voor resilience.org
Is er nog tijd om de dekstoelen te herschikken, volgens het Akkoord van Parijs, of moeten we gewoon beginnen met het uitdelen van reddingsvesten? Veel mensen hopen nog steeds dat we een controleerbare overgang kunnen maken naar een low-impact economie. Ik heb de hoop op die uitkomst zo goed als opgegeven, vooral omdat elke realistische voorspelling nu rekening moet houden met twee factoren:
- de feitelijke collectieve menselijke wil op dit ogenblik, en
- de reeds waarneembare klimaateffecten.
1. De feitelijke collectieve menselijke wil op dit ogenblik
Oliemaatschappijen kennen al sinds 1965 het verband tussen hun producten en klimaatverandering. De nieuwsmedia waren op de hoogte toen James Hansen in 1988 getuigde voor het Congres. Tegen 2000 begonnen milieuactivisten het publiek en de politici volop te informeren, en testten ze de juiste terminologie om de aandacht te trekken, en actie te motiveren. ‘Moeten we zeggen: “opwarming van de aarde” of “klimaatverandering?” “broeikasgassen” of “klimaatvervuiling”?’ Minstens twintig jaar lang hebben wetenschappers, klimaatactivisten en energie-experts zich uitgebreide en vaak briljante inspanningen getroost om zowel te wijzen op de gevaren waar we mee te maken hebben, als om mogelijke oplossingen aan te tonen.
We kennen de resultaten. De grote uitstoters hebben zich aan fossiele brandstoffen vastgeklampt en hun invloed gebruikt om de kwestie te verdoezelen in plaats van een andere richting in te slaan. De uitstoot neemt na de pandemie weer toe, en 2023 zal naar verwachting de hoogste niveaus van CO2-uitstoot in de menselijke geschiedenis te zien geven. Op dit moment staat het zo goed als vast dat het verlangen om de 1,5°C niet te overschrijden inderdaad niet meer dan een verlangen was, en geen daadwerkelijke intentie is voor de meeste mensen die de macht hebben om er iets aan te doen.
Ik ben verrast door de inertie, maar dat had ik niet moeten zijn. De klimaatcrisis kan worden gezien als het logische resultaat van cumulatieve acties die duizenden jaren teruggaan. De landbouwrevolutie heeft blijkbaar de sociale en economische systemen top-down ingericht. En misschien heeft de onderwerping van de natuur, en van mensen die lager in de hiërarchie staan, geleid tot het ontstaan van een algemene ongevoeligheid in de menselijke geest. Door het lijden raken de fysieke en emotionele receptoren afgestompt die het leven gewoonlijk aangenaam maken. In een situatie van permanente competitie hebben degenen die hun sensitiviteit kunnen onderdrukken een voordeel. Competitieve individuen stijgen in de sociale orde, en samenlevingen die uit zulke mensen bestaan neigen hun “sterkte” te gebruiken om andere culturen te onderdrukken.
De meeste mensen in onze welvarende naties zijn niet getraind in een geest van medelijden. In plaats daarvan hebben mensen door opvoeding en door beloningen in hun volwassen leven geleerd om hun zorgzame kanten te onderdrukken. Dat betekent dat de voorstanders van klimaatactie niet alleen tegen de desinformatie en de lobbymacht van de fossiele-brandstofeconomie moeten opboksen. We hebben de mensen en onze leiders gevraagd om gevoelig te zijn voor iets waar ze nooit om hebben moeten geven. We hebben onze oproepen gericht aan mensen die, in de taal van Thomas Berry, autistisch zijn geworden ten opzichte van de natuur, en ik zou eraan toevoegen, autistisch tegenover hun eigen diepere behoeften.
2. Nu reeds waarneembare klimaateffecten
Een kort lijstje van recente nieuwsverhalen?
• De hittekoepel in het noordwesten van de VS
• Natuurbranden in het Westen van de VS
• Amazoneregenwoud is een netto koolstofuitstoter geworden
• Overstromingen in West-Europa
• Temperaturen van 47°C in Siberië
• Ontdooien van permafrost in de Noordpoolgebieden
• Droogte in Californische landbouwregio’s
• Sprinkhanen in graanvelden van het Midwesten van de VS
• 1,5 miljoen ontheemd door 3 dagen regen in China.
Ik zie niet in hoe een ordelijke transitie met low-impact strategieën kan worden gepland en uitgevoerd terwijl we de handen vol hebben met de gevolgen van deze en andere klimaatverstoringen. Verschillende van die fenomenen zijn bovendien tegelijkertijd gevolg en versnellingsfactor van de klimaatverandering. Het is nu onmogelijk geworden de juiste omvang te berekenen van de ontwrichting, veroorzaakt door de destabiliserende klimaatfenomenen, en de gevolgen ervan voor migraties, ziekten, voedseltekorten en financiële en politieke structuren. Ik denk dat we er echter van uit kunnen gaan dat projecten ter vermindering van de uitstoot, waar dan ook ter wereld, steeds meer zullen worden onderbroken door geofysische (klimaat) verstoringen.
Ik denk dat we er echter van uit kunnen gaan dat projecten ter vermindering van de uitstoot, waar dan ook ter wereld, steeds meer zullen worden onderbroken door geofysische (klimaat) verstoringen.
Helaas kunnen we nog andere complicaties verwachten, los van de klimaatgerelateerde gebeurtenissen. Een miljoen dier- en plantensoorten worden nu bedreigd met uitsterven. Insecten alleen al zijn de afgelopen vijftig jaar met 75% in aantal afgenomen – insecten die gewassen bestuiven, afval recyclen, de bodem gezond maken, ongedierte in toom houden en als voedsel dienen voor grotere dieren. We hebben ons water en onze lucht vervuild, en de hele toplaag voor de landbouw zou binnen zestig jaar kunnen verdwijnen. Dan is er ontbossing. Verzilting van zoet water. Verlies van biodiversiteit. Plastic afval. Wie kan voorspellen of en wanneer een van deze situaties, los van de klimaatfactoren, transitiemaatregelen kunnen dwarsbomen? Al met al is de degradatie zo wijdverbreid, de potentiële effecten zo ernstig, en de veranderingen die nodig zijn voor een oplossing zo kolossaal dat ik moeite heb om de omvang van het probleem te bevatten.
Ik wil enkel terloops naar de volatiele Amerikaanse politieke situatie verwijzen om opnieuw de aandacht te vestigen op wat ik zie als de fundamentele beperkende factor in ons streven naar oplossingen: De neiging van dominante culturen om individuen te produceren die zich niets gelegen laten liggen aan gevolgen buiten hun persoonlijke belangen in de onmiddellijke toekomst. Het zijn vaak de minst altruïstische individuen die in samenlevingen als de onze aan de macht komen, vooral in woelige tijden. Zonder sterke democratische structuren die ook de standpunten vertolken van minder agressieve, meer op samenwerking ingestelde burgers, maakt een vooruitziend en ingrijpend beleid waarschijnlijk weinig kans.
Wat kunnen we dan doen?
Eenmaal de ernst van onze situatie geaccepteerd, rijst de vraag “Wat kunnen we dan wel nog doen”? Wat kunnen mensen die om het leven op aarde geven op dit moment doen om te helpen? En hoe kunnen mensen die hun gevoeligheden niet hebben laten afstompen, een depressie vermijden?
Door actie, zou ik op die laatste vraag willen antwoorden. En ik zie drie mogelijke rolpatronen:
- “Aanpakkers”: de meesten van ons zullen gewoon aan de slag gaan om te redden wat er te redden valt, zolang we dat kunnen. Er is zoveel te doen, meer dan we aankunnen. Maar als ik niets onderneem, doe ik mijn plicht niet.
- “Dromers”: zij kunnen aansluiting zoeken bij uitvoerders. Het recept voor een taart is slechts de eerste stap; om een taart te bakken zijn ingrediënten nodig, en een oven. Dromers dragen de verantwoordelijkheid om een idee vorm te geven door middelen en mensen te vinden voor de uitvoering.
- “Influencers”: wie anderen kan motiveren en organiseren, doet dat ten voordele van iedereen. In onze tijd is de enige juiste toepassing van talent of wijsheid het genezen van het leven op onze planeet. Net als de dromers hebben ook de influencers hun deel van de verantwoordelijkheid.
Zelf val ik in de categorie van de Aanpakkers. Mijn invloedssfeer krimpt naarmate ik ouder wordt, en wat ik kan overzien, ligt steeds dichter bij huis. In de loop der jaren heb ik mijn gebruik van fossiele brandstoffen verminderd, en raak ik steeds minder betrokken bij de consumptie-economie. Ik kweek het grootste deel van mijn voedsel zelf, ga zelden naar de winkel, en deel een huis met mijn dochter en soms een derde generatie. Als ik een auto nodig heb, leen ik er een. Ik ben de tachtig voorbij, ik “groei” vooral nog in karakter: beter leren luisteren, attenter zijn, mijn beperkingen accepteren en soms om hulp vragen.
Ik leer meer over deze levensstijl in een kleine gemeenschap in een landelijke regio in het zuiden van de VS. Toen ik jonger was, kwam het erop aan rechtop te staan, nu moet ik vooral leren flexibel te zijn. Wie op zijn strepen staat, raakt al snel gefrustreerd door groepsbeslissingen. Wie flexibeler is en zijn mening bijstelt, krijgt meer invloed, en daar wordt iedereen beter van. Ik wed erop dat de vaardigheden die wij ontwikkelen in deze kleine gemeenschap, uiteindelijk ook mensen buiten onze kring ten goede zullen komen.
Ik hoop dat de Dromers mooie dromen zullen uitdragen die praktisch uitvoerbaar zijn. En er zullen zeker charismatische Influencers opstaan – popsterren of andere idolen van de massacultuur – die de publieke opinie kunnen bijsturen, van consumptie naar behoud van het leven.
Maar zullen mensen het eens kunnen worden over een duurzamer traject, dat de opwarming beperkt tot een leefbaar niveau, zonder dat laatste insect te doden dat aan de basis van de voedselketen ligt, of net die ene rivier teveel te vergiftigen? Ik vrees van niet. We hebben bijna elk onderdeel van het ecosysteem opgesoupeerd, en zijn nu goed en wel in het stadium van de consequenties beland. We kunnen allemaal ons uiterste best doen om het tij te keren, maar vanaf nu is het stukje bij beetje. Denk aan een reddingsboot, niet aan een cruiser. Net als de overlevenden van een schipbreuk kunnen we slechts een paar kleine schatten uit het tijdperk van de fossiele brandstoffen uit de scheepslading redden, en ik denk niet dat er tijd is om collectief te beslissen welke schatten dat moeten zijn. We zullen naar het volgende tijdperk gaan op het ritme van de Aarde en op de manier die de planeet toelaat.
Bron: https://www.resilience.org/stories/2021-08-02/this-ship-is-sinking/ 2/8/2021 (vertaling: redactie klimaateu5net)