Een spannend historisch essay van auteur Nataniel Rich: Losing Earth, The Decade We Almost Stopped Climate Change. Een relaas van het bewogen decennium 1979-1989 waarin we het klimaat bijna, bijna onder controle hadden. Het is hun (en ons!) toen helaas tussen de vingers geglipt.
Hieronder een samenvatting van de 31.245 woorden tellende geschiedenis van klimaatafspraken en beleid in de VS. En waarom enkel de VS? Klimaatafspraken zijn weliswaar een wereldzaak, maar in die periode (en eigenlijk nog altijd) speelden de VS een sleutelrol (positief en negatief).
Proloog: het is nu al 1°C warmer dan bij het begin van de industrialisatie. De kans dat we het – tandenloze – Akkoord van Parijs 2015 (2°C) halen, is 1 op 20:
- lukt de 2°C, dan is dat een ramp-op-termijn (koraalriffen weg, 5m zeespiegelstijging, Perzische Golf weg)
- wordt het 3°C (nu gezien als “realistisch minimum”), dan is dat een ramp-op-korte-termijn: bossen tot aan de Noordpool, en de meeste kuststeden lopen onder water
- 4°C: permanente droogte in Europa, woestijn in grote delen van China, India en Bangladesh; Polynesië onder water; Colorado River een beekje; het zuidwesten van de VS onbewoonbaar
- 5°C: het einde van de beschaving.
We hadden het kunnen vermijden. Al in 1979 wisten we zo goed als alles wat we moesten weten, en in de jaren ’80 stonden we heel dicht bij een wereldwijd akkoord. En de formidabele tegenkrachten (olie- en steenkoolbedrijven, Republikeinen) die we nu zien, waren het klimaat toen (nog) niet zo ongunstig gezind. Toch liep het fout.
- 1979: vroege wetenschappelijke rapporten over klimaatverandering bestonden al langer, zelfs binnen overheidsinstellingen. Maar uiteindelijk vinden geofysicus Gordon McDonald en activist Rafe Pomerance met enkele papers (1) hun weg naar het hoogste politieke niveau in de VS: ze briefen Frank Press, Jimmy Carters wetenschappelijk hoofdadviseur
- 1979: Frank Press geeft na de briefing van McDonald en Pomerance opdracht aan voorzitter Jule Charney van de National Academy of Sciences om de hele zaak te onderzoeken. Hun eerste rapport Carbon Dioxide and Climate: A Scientific Assessment bevestigt de eerdere alarmerende vooruitzichten. Helaas wordt Carter in 1981 opgevolgd door de klimaatsceptische president Reagan
- 1983: het eindrapport-Charney Changing Climate: Report of the Carbon Dioxide Assessment Committee (1983) komt terecht in een politiek moeras. In de persbriefing worden de conclusies van het rapport sterk afgezwakt.
- 1983: dat was meteen het signaal voor Exxon en andere om klimaatonderzoek af te bouwen, en “de kar te keren”: vergeet opwarming, het is een probleem voor later
- 1985: dan komt de ozonkwestie ( CFK’s ) op de proppen. De verdragen (Wenen 1985 , en vooral het Montrealprotocol 1987 ) worden terecht gezien als een succesverhaal, en het model voor een klimaatverdrag. Hoewel men toen al beter moest weten ( “After DuPont, by far the world’s single largest manufacturer of CFCs, realized that it stood to profit from the transition to replacement chemicals, the alliance abruptly reversed its position, demanding that the United States sign a treaty as soon as possible.” , schrijft N. Rich (2)
- 1986-88: de hearings in de Senaat, met Jim Hansen zijn mijlpalen voor het klimaat
- 10-11/6/1986 1 hearing Jim Hansen ( ref ) (Senate subcommittee on environmental pollution)
- 9/11/1987 2e hearing Jim Hansen (Committee on Energy and Natural Resources, voorzitter Bennett Johnston, D-Louisiana)
- 23/6/1988 3e hearing Jim Hansen (United States Senate Committee on Energy and Natural Resources)
- 1988: hoogtepunt, hoop op een wereldwijd klimaatbeleid. Conferentie van Toronto ( World Conference on the Changing Atmosphere : Implications for Global Security, Toronto 27/6/1988). Klimaatwetenschappers (zoals J Hansen) en milieubewuste politici (zoals Al Gore) hadden de politieke overheid bijna weten te overtuigen van de noodzaak van een doortastend klimaatbeleid. Auteur Nataniel Rich noemt Toronto symbolisch “het Woodstock van de klimaatverandering”: de slotverklaring, ondertekend door alle 400 wetenschappers en politici (dus ook die van de VS), herhaalde de oproep tot een 20 percent reductie (zonder “maar-en”) van CO2-emissies tegen 2005
- 1988-89: en dan liep het mis. Toen het voorgesteld klimaatbeleid (20%, zonder maar-en) doordrong tot de politieke top ( president H W Bush ) werden de wolven opnieuw gewekt (ze hadden al onder Reagan stokken in de wielen gestoken). Ideologische tegenstanders vreesden immers dat klimaatbeleid zou neerkomen op veel meer overheidsbemoeienis. De wolven riepen nu de hulp in van big business, en vanaf dan was het om zeep.
- 1989: op de ministerconferentie van Noordwijk (6/11/1989 Noordwijk Ministerial Declaration on climate change; ref. UNFCCC ) komt de VS roet in het eten gooien. Ze gebruikten de bekende politieke tactiek van “doe alsof je meedoet, maar saboteer de boel achter de schermen”, en dat lukt. Sedertdien steunden de VS hoe langer hoe minder elk internationaal streven, met als trieste apotheose het uitdoven van alle internationale illusies onder Trump, die het Akkoord van Parijs 2015 ( COP21 ) opblies.
Lees het artikel in New York Times Magazine 1/8/2018: Losing Earth: The Decade We Almost Stopped Climate Change (by Nathaniel Rich, Photographs and Videos by George Steinmetz – AUG. 1, 2018)
Toch vlammende kritiek van Naomi Klein :
“N. Rich schreef een indrukwekkend historisch essay, maar zijn centrale stelling deugt niet. Het waren niet “de” mensen, maar de neoliberale moloch die het klimaatbeleid heeft genekt.” ( Naomi Klein in The Intercept 3/8/2018)
Voetnoten
(1) Long term impact of atmospheric carbon dioxide on climate van de studiegroep JASON , How to wreck the environment van Gordon McDonald, en een nota van oudgediende Roger Revelle.
(2) N. Rich, Losing Earth… “4. ‘Atmospheric Scientist, New York, N.Y.’ Fall 1987-Spring 1988”